Judith Claessens - 31 januari 2025
"Moag ig mit?" vraagt mijn zoon van 3 als ik aankondig dat ik met de hond ga wandelen. "Goan ver noa t bos?"
Waarom niet? Er bestaat geen slecht weer, alleen slechte kleding.
Dus nemen we zijn loopfiets mee en gaan op avontuur in het bos. Het weer houdt anderen binnen, op één persoon na die ons vertelt dat hij de waterbuffers komt controleren.
Terwijl we in een slakkentempo de heuvel op ploeteren, door de pratsj, pas ik mijn tempo aan en vraag me af: vindt hij dit echt leuk?
Maar dan hoor ik hem mompelen, helemaal in zijn eigen wereld:
"Daar komt de wereldkampioen op zijn regenboogfiets met de regenboogtrui aan."
Als ik zijn naam noem, word ik streng gecorrigeerd. Hij heet nu Fem van Empel, zijn favoriete "cyclecrosser".
Af en toe stopt hij. Ik denk dat hij het te koud, nat of zwaar vindt, maar als ik vraag wat er is, zegt hij dingen als:
"Ik kijk gewoon hoe die bomen omgevallen zijn."
Of: "Kijk hoe hoog die bomen zijn, hè mama."
Dan draaien we om. De heuvel die we zo rustig opgingen, moet nu af.
En daar gaat hij. Met een rotvaart en zijn voeten in de lucht vliegt hij de heuvel af.
Uit reflex wil ik roepen: “Voorzichtig!” of “Niet te snel!” Maar ik houd me in. Ik laat hem. Laat hem in zijn fantasie blijven.
Beneden komt hij stralend tot stilstand. Trots.
En ik? Ik ben drie keer zo trots. Op Fem van Empel.
RiskyPlay SpelenIsLeren BuitenSpelen

Reactie plaatsen
Reacties